Deugen de antinucleaire argumenten van het Wereld Natuur Fonds/WWF?

Jarenlang was Sjoerd Bakker donateur van het Wereld Natuur Fonds, tot hij las dat WWF tegen kernenergie is. De natuurorganisatie neemt zelfs deel in een rechtzaak tegen de Europese Commissie om kernenergie ‘niet groen’ te verklaren en vooral in te zetten op wind- en zonne-energie.

Op 18 april 2023 zegde Sjoerd zijn lidmaatschap op. Drie dagen later ontving hij een reactie vol vooroordelen over kernenergie. Hij besloot om in samenwerking met WePlanet Nederland de argumenten van Wereld Natuur Fonds te weerleggen in een tegenreactie.

Lees en oordeel zelf.

Vette tekst: de brief van het WWF

Normale tekst: de reactie van WePlanet

Geachte heer Bakker,

Hartelijk dank voor uw e-mail en uw betrokkenheid bij ons natuurbeschermingswerk.

WWF is -zoals u al schetst- inderdaad geen voorstander van kernenergie.

Eén van de grootste problemen van kernenergie is het kernafval dat in de kerncentrales ontstaat. Dit afval is levensgevaarlijk en raakt pas na 240.000 jaar zijn radioactiviteit kwijt.

WePlanet: Kernafval is uitermate goed te beheren, zeker in vergelijking met andere soorten toxisch afval dat nu eenmaal ontstaat in een moderne, industriële maatschappij. Maar dat vergt meer dan twee zinnen uitleg.

  • Ten eerste dient men te beseffen dat er een verschil is tussen radioactiviteit en onveiligheid. Er is immers altijd en overal radioactiviteit. Alles bevat radioactiviteit van natuurlijke oorsprong, zelfs ons eten, en zelfs ons lichaam is van nature licht radioactief! Of radioactiviteit gevaarlijk is hangt namelijk af van de dosis1, en die dosis is nooit nul.
  • In een kerncentrale wordt relatief veel radioactiviteit geproduceerd, als gevolg van het splijten van uranium. Radioactief materiaal mag niet zomaar in de natuur geloosd worden. Radioactiviteit mag alleen door een vergunninghouder worden geproduceerd, en moet conform internationale wet- en regelgeving zorgvuldig worden gemeten, verpakt en geïsoleerd totdat het vergaan is tot natuurlijke niveaus. Overigens is de doordringende gammastraling na enige honderden tot duizend jaar zeer sterk afgenomen.5 Na deze beginperiode resteren voornamelijk alpha- en beta-straling, wat betekent dat het afval alleen nog maar risicovol zou zijn als het zou worden opgegeten.
  • Kernafval uit een kerncentrale – de gebruikte splijtstofstaven – is compact en gemakkelijk uit het milieu te houden. Dat gebeurt in daarvoor bestemde bovengrondse en ondergrondse opslagbunkers. Daarom is er door kernafval dat wordt beheerd conform de standaarden van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) nog nooit een slachtoffer gevallen of schade ontstaan aan het milieu. Door het kleine volume is kernafval gemakkelijk decennialang bovengronds op te slaan. Om economische redenen is het echter verantwoord om kernafval uiteindelijk ondergronds te bergen, en dat is waar de Nederlandse regering voor gekozen heeft2. Door dit te doen in stabiele aardlagen die zich uiterst langzaam en voorspelbaar ontwikkelen, is het mogelijk om afval voor miljoenen jaren te isoleren zonder afhankelijk te zijn van menselijke instituties. Dit weten we onder meer door geologisch onderzoek van formaties waarin dezelfde radionucliden van nature voorkomen. De kosten van verwerking, beheer en verwijdering van kernafval worden volledig door de nucleaire sector zelf gedragen.
  • In tegenstelling tot kernafval is chemisch en biologisch afval uit niet-nucleaire sectoren volumineus en kostbaar om uit het milieu te houden. Een groot deel wordt daarom gewoon geloosd in de lucht, waardoor jaarlijks miljoenen3 premature doden vallen. Ook lozingen van chemisch en biologisch afval op water veroorzaken jaarlijks ruim een miljoen4 doden, terwijl kernafval niets of niemand tot last is.
  • Het grootste deel (>90%) van de gebruikte splijtstofstaven kan overigens opnieuw gebruikt worden om nieuwe nucleaire brandstof van te maken in snelle kweekreactoren (FBR) of aankomende Molten Salt Reactors (MSR). Het restafval dat dan nog overblijft is na een paar honderd jaar tot duizend jaar al minder radioactief5 dan de oorspronkelijke uraniumerts.

De meningen over veilig opslaan van kernafval zijn verdeeld. Zolang de opslag niet 100% veilig is, zijn wij geen voorstander.

  • Integendeel, er is geen twijfel dat het verwerken, opslaan en bergen van kernafval zoals dat sinds de jaren ‘70 gebeurt in landen aangesloten bij het IAEA veilig en verantwoord is. Dit wordt algemeen erkend door alle relevante wetenschappelijke instituties, inclusief het JRC6, het samenwerkende wetenschappelijke onderzoeksorgaan van de Europese Unie.

Daarnaast is de winning van de grondstof voor kernenergie, uranium, uiterst vervuilend. Grote gebieden – vaak rijk aan biodiversiteit – worden vernietigd en miljoenen tonnen radioactief ertsafval blijft achter bij de mijn. We zitten wereldwijd op dit moment niet alleen in een klimaatcrisis, maar ook in een biodiversiteitscrisis.

  • Alle vormen van mijnbouw en ertsverwerking veroorzaken (lokaal) schade en leveren afval op. In de eerste helft van de vorige eeuw en na de Tweede Wereldoorlog was de mijnbouw vaak laagtechnologisch en slecht gereguleerd, waardoor er veel vervuiling naar de lucht en oppervlaktewater optrad. Dat is nog steeds zo in ontwikkelingslanden. Maar uraniummijnbouw is juist een van de mijnbouwsectoren die – al decennia – verregaand opgeschoond is.
  • Per opgewekt kilowattuur heeft kernenergie aanzienlijk minder7 delfstoffen zoals koper nodig dan andere vormen van schone energie.
  • Het meeste uranium wordt tegenwoordig gedolven via ondergronds logen8: een techniek waarbij er geen erts verwijderd wordt en dus weinig of geen ertsafval ontstaat. Daarnaast wordt veel uranium gewonnen als bijvangst bij de ontginning van andere basismetalen en dus niet bijdraagt aan de nadelen van die ontginning. Ten slotte dient te worden opgemerkt dat uranium zeer veel energie bevat, waardoor er relatief weinig van nodig is en het praktisch onmogelijk is om alle uranium op aarde op te gebruiken, hoe veel en hoe lang we er ook gebruik van willen maken als mensheid.
  • Uranium is dus weliswaar een eindige grondstof, maar hij is ook praktisch onuitputtelijk9, zeker als ook de enorme hoeveelheden uranium in zeewater of graniet worden aangesproken, en wanneer niet alleen het zeldzame splijtbare uranium 235 gebruikt wordt maar – door middel van kweekreactoren – ook het veel voorkomende (>99%) uranium 238.
  • Dan is er naast uranium ook nog heel veel thorium dat ook prima als basis voor nucleaire splijtstof kan dienen. Momenteel is thorium slechts een onbruikbaar afvalproduct van met name de mijnbouw naar zogenaamde ‘zeldzame aardmetalen’ die nodig zijn voor elektronica, magneten en accu’s. Slechts één grote thoriummijn in combinatie met het gebruik van gesmolten zout reactoren zou de hele wereld van alle benodigde energie kunnen voorzien, dus niet alleen elektriciteit, maar ook warmte en hitte voor verwarming, zeewaterontzilting en andere industriële processen. Dit zou ook met uranium en het gebruik van snelle kweekreactoren kunnen.

Over de hele kernenergie-cyclus – die zeer omvangrijk en technologisch extreem ingewikkeld is – wordt heel veel energie gebruikt. Daardoor draagt ook kernenergie wel degelijk bij aan de uitstoot van broeikasgassen.

  • Ten eerste, het maakt voor de duurzaamheid van een energietechnologie niet uit hoeveel energie er gebruikt wordt om de technologie toe te kunnen passen, mits de hoeveelheid opgewekte energie maar voldoende groter is dan het verbruik, en mits de levenscycluskosten (voor mens én milieu) maar laag genoeg zijn. Kerncentrales leveren uiteraard veel méér energie10 dan er gebruikt wordt in hun levenscyclus.
  • Bovendien wordt bij de productie van zonnepanelen en windmolens ook energie gebruikt, en wel, gerekend per eenheid energie, meer dan in de kernenergie-cyclus. Daarom is het energiegebruik en de CO2-uitstoot van de levenscyclus van wind of zon groter7 dan die van kernenergie, hetgeen recent nog bevestigd is door de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties, UNECE.
  • De reden dat de kernenergie-cyclus relatief weinig energie nodig heeft hangt logisch samen met het feit dat kernenergie relatief weinig grondstoffen nodig heeft, vanwege de grote hoeveelheid energie die in uranium (en thorium) zit en vanwege de zeer lange economische levensduur van kerncentrales (80 jaar of langer).
  • Bovendien zijn kerncentrales regelbare opwekkers, met als gevolg dat ze veel minder belastend zijn voor het elektriciteitsnetwerk en veel minder afhankelijk zijn van backup- en opslagsystemen, terwijl die bij gebruik van wind en zon onontbeerlijk zijn.

Daarnaast maken de kernrampen in Tsjernobyl (1986) en Fukushima (2011) op tragische wijze duidelijk hoe groot de gevolgen van een ongeluk in een kerncentrale kunnen zijn.

  • Het klopt dat kernongelukken ernstige gevolgen kunnen hebben voor de omgeving en dus onacceptabel zijn. Maar we moeten de gevolgen van die ongelukken wel goed vergelijken met de gevolgen7 van het (reguliere) gebruik van andere energiebronnen. En we moeten beseffen dat kernongelukken en hun dreiging uiterst serieus genomen worden door overheden.
  • Moderne wet- en regelgeving voor kernenergie garandeert niet alleen dat de kans op een nieuw kernongeluk kleiner is dan ooit, maar ook dat de radiologische gevolgen11 van een nieuw, groot, jammerlijk ongeluk veel kleiner zullen zijn dan voorgaande ongelukken.
  • De door waterstof veroorzaakte explosies in de kerncentrale Fukushima Daiichi en de daarop volgende lekkages van radioactiviteit waren een mediasensatie en veroorzaakten angst en onrust onder de bevolking, maar wetenschappers maanden vanaf het eerste moment tot kalmte, en kregen uiteindelijk gelijk12 dat er weinig of geen radiologische schade aan mens of milieu zou ontstaan11.
  • Bestaande kerncentrales en nieuwe kerncentrales die voldoende aan de veiligheidseisen van zogenaamde “generatie 3” centrales of hoger zijn voorzien van aanvullende passieve veiligheidssystemen waardoor het ontstaan van ongelimiteerde kernreacties (Tsjernobyl) of oververhitting van de kern (Fukushima) om fysische redenen uitgesloten is, of zo sterk verkleind en vertraagd dat alleen het gebruik van zware wapens of explosieven nog tot het ontsnappen van aanzienlijke hoeveelheden radioactiviteit zou kunnen leiden.

En hoewel het aantal dodelijke slachtoffers misschien niet hoog is, is ieder slachtoffer er volgens WWF 1 te veel.

  • Het aantal slachtoffers door kernenergie en kernongelukken is juist relatief klein. Niet groter dan13 het aantal slachtoffers door het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, en veel kleiner dan het aantal slachtoffers door gebruik van biomassa of fossiele energie.

Vanwege de groeiende energiebehoefte op de wereld (bijvoorbeeld de 1,5 miljard mensen die op dit moment geen toegang tot moderne energie hebben) en de noodzaak om een alternatief te vinden voor kernenergie vergroot de behoefte voor energie op een duurzame manier.

  • Er is geen noodzaak om een alternatief voor kernenergie te vinden. Kernenergie is net zo duurzaam – zo niet duurzamer – als alle andere CO2-vrije energiebronnen, zo blijkt uit de hierboven genoemde onderzoeken van het JRC6 en het UNECE7. Uranium en thorium zijn zo overvloedig voorradig dat ze nooit op hoeven te raken.

Het Wereld Natuur Fonds ziet de noodzaak in voor een energie huishouding in harmonie met de natuur. Dat gaat helaas gepaard met een impact op de omgeving. Deze impact willen we tot het minimum beperken, maar kan niet tot nul worden gereduceerd.

  • De impact zal onnodig groot zijn wanneer kernenergie uitgesloten blijft. Kernenergie vergt veel minder ruimte (1000 keer minder) en grondstoffen (10 keer minder) dan andere schone energiebronnen en veroorzaakt dus minder impact op de omgeving. Zie de vergelijkende levenscyclusanalyses van JRC en UNECE.

WWF is sterk voorstander van nieuwe energie zoals windenergie en zonne-energie. We zijn ervan overtuigd dat hierin sterk moet worden geïnvesteerd (mede door de afname van fossiele brandstoffen en klimaatverandering)

  • Wind- en zonne-energie is nuttig en noodzakelijk, al is het maar omdat er in de wereld nog heel veel fossiele energie gebruikt wordt. Door wind- en zonne-energie toe te voegen aan elektriciteitsnetten die zijn gebaseerd op fossiele energie kan er dus direct en relatief efficiënt bespaard worden op fossiele brandstoffen wanneer de wind waait of de zon schijnt. Maar om fossiele energie geheel overbodig te maken is ook kernenergie noodzakelijk, omdat kernenergie de meest economische14 én meest milieuvriendelijke7 manier is om regelbare en duurzame elektriciteit en industriële warmte te leveren. Ook voor het Nederlandse energiesysteem15 is kernenergie de meest economische optie, ook wanneer er veel geïnvesteerd gaat worden in wind, zon en waterstof.
  • Nota bene, sinds 2011 is er door de Nederlandse overheid al ruim 70 miljard16 euro aan subsidies uitgekeerd of gereserveerd voor wind en zon. Dat is erg veel. Om een idee te geven hoeveel dat is: de totale jaarlijks elektriciteitskosten van Nederland liggen normaal rond de 7 miljard17 euro.
  • Het voorstander zijn van energie uit wind en zon is geen goede reden om kernenergie tegen te houden. Zonder kernenergie is het namelijk veel kostbaarder en milieubelastender18 om fossielvrij te worden en het klimaatprobleem op te lossen. Het WWF dient dus zijn verantwoordelijkheid te nemen en onmiddellijk te stoppen met zijn koppige en schadelijke ideologische strijd tegen deze nuttige en noodzakelijke technologie.

Meer informatie leest u via de volgende link: [verwijst naar het Nederlandse klimaatakkoord]

Ik hoop dat mijn reactie voldoende antwoord geeft op uw vraag. Zo niet, dan hoor ik dat graag!

Met hartelijke groet,

Annemarie

Medewerker Customer Contact Center

Bronnen

1 WHO Ionizing radiation, health effects and protective measures

2 Nationale programma radioactief afval | Autoriteit NVS

3 WHO Health topics/Air pollution

4 Pollution and health: a progress update - The Lancet Planetary Health

5 Graph showing the time required for SNF to radioactively decay to safe levels.

6 JRC Publications Repository - Technical assessment of nuclear energy with respect to the ‘do no significant harm’ criteria of Regulation (EU) 2020/852 (‘Taxonomy Regulation’)

7 Life Cycle Assessment of Electricity Generation Options | UNECE

8 In situ leach - Wikipedia

9 (PDF) Nuclear Fission Fuel is Inexhaustible

10 Energy Return on Investment - World Nuclear Association

11 State-of-the-Art Reactor Consequence Analyses (SOARCA) | NRC.gov

12 No Immediate Health Risks from Fukushima Nuclear Accident Says UN Expert Science Panel

13 Death rates per unit of electricity production - Our World in Data

14 Stylized least-cost analysis of flexible nuclear power in deeply decarbonized electricity systems considering wind and solar resources worldwide | Nature Energy

15 Kerncentrale past goed in energiesysteem met veel hernieuwbare bronnen - ESB

16 CE Delft en SEO nemen impact van SDE+ regeling onder de loep

17 Geschat op basis van een jaarlijks landelijk elektriciteitsgebruik van 120.000.000 MWh en een kostprijs van elektriciteit op de groothandelsmarkt van ongeveer €60 per MWh inclusief netwerkkosten.

18 Global climate objectives fall short without nuclear power in the mix: UNECE | UN News

De originele brief

Onze reactie op het artikel van Michael Persson in de Volkskrant (en de daarop volgende reactie van Persson)

In het hoofdcommentaar van Michael Persson over het verdienmodel van zonnepanelen staat naast goede observaties ook een subtiele maar gevoelige misvatting.

Persson signaleert terecht dat vier miljard euro subsidie voor de uitrol van zonne-energie flink is, en dat is het ook als je bedenkt dat de kostprijs van zonne-energie nu vergelijkbaar is met die van kolen en gas. Die kostendaling is mooi, maar de energie moet ook nog geleverd worden aan de eindgebruiker en het probleem dat bij verdere groei van zonnestroom dreigt is overbelasting van het stroomnet. Ook dat signaleert Persson terecht, maar de oplossing die hij voorstelt: accu opslag, gaat niet werken. Dat zit zo.

Een zonnepaneel wekt stroom op evenredig met de inval van zonlicht en varieert tussen 0 tot 100% afhankelijk van dag, seizoen en de bewolking. In Nederland levert een zonnepaneel op jaarbasis gemiddeld 11% van wat het zou doen als de zon voortdurend pal op het paneel zou staan. Dat is ook meteen de maximale hoeveelheid die ons stroomnet nu aan zou kunnen. Vergelijk het stroomnet met een snelweg die een gestage stroom auto’s goed aan kan. Maar als dezelfde hoeveelheid auto’s er tegelijk tijdens de ochtendspits overheen zouden moeten dan zou die weg tien keer zo breed moeten worden. Zo zou bij een overstap op meer zonne-energie ook ons stroomnet meer capaciteit moeten krijgen. Als we ál onze stroom uit zonnepanelen zouden willen halen dan zou ons stroomnet bijna tien keer zoveel capaciteit moet krijgen dan nu, om overbelasting te voorkomen.

Dit moeten we niet willen want dit zou een zeer kostbare operatie zijn terwijl het ons relatief weinig oplevert. Vandaar ook dat Persson de subsidies voor het kopen van zonnepanelen wil verschuiven naar het opslaan van overtollige zonne-energie in accu’s.

Helaas, hiervan valt ook weinig te verwachten.

Accu’s zijn niet alleen duur, ze hebben ook een beperkte levensduur. Het dagelijks opslaan en terug leveren van stroom met een accu kost ongeveer tien keer zoveel als het opwekken van de stroom zelf. Anders gezegd, zelfs als accu’s tien keer goedkoper worden in de toekomst, dan nog zouden de elektriciteitskosten verdubbelen als we accu’s zouden gaan toepassen in het elektriciteitssysteem.

En daar komt dus nog bij dat zo’n dagopslag accu het maar een dag volhoudt, waardoor vraag en aanbod van zonne-energie in onbalans blijft op week, maand of seizoensbasis.

Kortom, dat Nederland 10% zonnestroom opwekt is een indrukwekkende prestatie, maar naar meer streven met behulp van accu’s en nog meer subsidies zou onverstandig zijn.

In plaats daarvan zouden we in Nederland beter in kunnen zetten op meer windenergie, dat meer stroom en een betere spreiding over het jaar kent.

Of nog beter: inzetten op een duurzame energiebron die wél altijd beschikbaar is, ons stroomnet niet overbelast en helemaal geen opslag nodig heeft. Kernenergie.

door Olguita Oudendijk & Joris van Dorp

Kort na onze reactie, ontvingen wij de volgende reactie van Persson terug:

Hartelijk dank voor uw reactie op ons commentaar op de zonnepanelen vorige week. Altijd prettig om een inhoudelijke reactie te krijgen. 

U heeft gelijk, ik wekte wellicht een iets te optimistische suggestie door de batterij aan huis zo expliciet als mogelijke oplossing te noemen. Ik ben het met u eens dat er nog veel innovatie nodig is voordat die goedkoop/efficiënt genoeg is om een grote rol te gaan spelen. Ik denk wel dat andere vormen van opslag (waarvan ik geen voorbeelden noemde, maar ik dacht aan elektriciteit -> waterstof, of slimmer gebruik van bestaande (auto-)accu’s, of misschien zelfs het oppompen van waterbassins) noodzakelijk zijn om het elektriciteitssysteem te stabiliseren.

Wind noemde ik niet, maar inderdaad, daar is om vele redenen meer van te verwachten. Verdere groei van het aantal windparken op zee is een veelbelovende ontwikkeling.

Kernenergie is natuurlijk nog een merkwaardig historisch taboe, dat niet emotioneel maar rationeel (met een veel zwaardere geopolitieke en klimaatcomponent dan twintig jaar geleden) heroverwogen moet worden. Ik denk wel dat de financiële onzekerheden dermate groot zijn, dat er grote overheidsbemoeienis (met garanties) nodig zal zijn om een marktpartij over de streep te trekken.

Ik begreep dat uw brief niet meegaat op de opiniepagina, maar hij is dus niet onopgemerkt gebleven – ik hem hem bij volgende commentaren in mijn achterhoofd. 

Factcheck: Poetin plaatst Duitsland voor energiedilemma | NRC

In NRC-artikel ‘Poetin Plaatst Duitsland voor Energiedilemma’ van @nvanverschuer en
@claudiakammer komt @MarcoWuensch aan het woord over kernenergie. De bekende tegenargumenten komen voorbij – en dit is wat er niet klopt.

Volgens Wünsch duurt de ontwikkeling van een kerncentrale heel erg lang. Wind zou sneller zijn. Klopt niet.
Het bouwen van een windenergie-infrastructuur, met een kleinere vermogen dan een moderne kerncentrale, duurt ook tien jaar. [1]

Wind zou goedkoper zijn dan kernenergie. Ook dat klopt niet: wind is alleen goedkoper wanneer het waait. Het waait meestal wel op zee maar niet altijd even hard, en daarom leveren windparken op zee gemiddeld maar 40% tot 60% van hun ontwerpvermogen. Op windstille dagen wil je terugvallen op een betrouwbaar CO2-arm alternatief.

Nederland heeft zoveel potentie voor windenergie dat een kerncentrale niet nodig zou zijn. Klopt niet:
“Hoewel we voor onze elektriciteitsbehoefte op zee een heel eind kunnen komen, is onze volledige energiebehoefte opvangen uit wind onhaalbaar.”

Het is bovendien misleidend om windenergie en kernenergie als uitwisselbare opties tegenover elkaar te zetten. Kernenergie concurreert met fossiel, niet met wind. Ze vullen elkaar prima aan.

Dat zou NRC kunnen hebben voorkomen door niet alleen een verklaard tegenstander van kernenergie te citeren, maar ook een expert op het onderwerp aan het woord te laten.